Hoe ziet de Russische dissidentenliteratuur er nu uit?
De roman heeft in Rusland altijd belangstelling van de overheid gehad. Deze belangstelling zou men ook ronduit argwaan kunnen noemen. Doordat de roman in principe fictie is, kunnen allerlei maatschappelijke zaken toch aan de orde komen: strafkampervaringen, de kloof tussen arm en rijk of het etaleren van ideeën rond abortus en homoseksualiteit. De Russische overheid, of het nu een tsaar was of het politbureau, was en is beducht voor de woede van de massa. De titel van de roman van Ilja Ehrenburg De Dooi (1954) komt de eer toe naamgever te zijn geweest van de periode van versoepeling na de dood van Stalin in 1953. Ljoedmila Oelitskaja laat in haar sleutelroman Een Russische geschiedenis (2011) zien hoe juist onder het zogenaamd meer liberale regime van Leonid Brezjnev (1964-1982) de dissidentenbeweging ontstond. Regime-kritische boeken konden alleen in het buitenland verschijnen, vaak door het Westen gesteund om Rusland een hak te zetten. De Koude Oorlog was volop aan de gang. Na het ineenstorten van de Sovjetunie in 1991 was er een korte periode waarin alles kon, maar Poetin heeft zijn best gedaan om stapje voor stapje een eind te maken aan de liberalisering in schrijvers- en uitgeversland. Nu is negatief schrijven over politiek en oorlog bij wet verboden en goed voor een veroordeling van twee jaar strafkamp. Dat er nog schrijvers zijn die, in bedekte termen, het kritische geluid laten horen, hun morele gezag laten gelden, moet ons tot de conclusie brengen dat Poetins werk nog niet klaar is. Wie zijn deze schrijvers?
De hedendaagse Russische dissidente schrijver beoefent vooral de kunst van wat ‘autofictie’ wordt genoemd. De snelle opkomst van het genre (avtofiksjen) was mogelijk omdat een aantal Russische uitgevers, ondanks de dreiging van censuur, brood en/of nut zagen in het uitgeven van deze romans. Autofictie hoeft niet volledig autobiografisch te zijn: de oprechtheid van de schrijver is belangrijker dan de waarheidsgetrouwe beschrijving. De auteur beschrijft persoonlijke dingen die hem aan het hart gaan: zijn dromen, zijn lichaam, over het opgroeien, over zijn relatie met familie en vrienden, over zijn angsten. Deze focus verkleint de kans op politieke problemen, maar biedt wel gelegenheid om gedeelde trauma’s te benoemen. Oksana Vasjakina, bekend van Pussy Riot, dichter en queer activist, is zo’n autofictie-schrijver. In haar debuutroman Wond (2021) brengt zij de as van haar moeder naar haar geboortedorp in Siberië, terwijl zij gedurende de reis haar lesbische geaardheid en de familiegeschiedenis overdenkt. In Siberië aangekomen worstelt ze met de absurde bureaucratie van een Russische begrafenis.
Schrijvers van autofictie worden door het Kremlin niet als de belangrijkste luizen in de pels beschouwd. Dat zijn de onderzoeksjournalisten zoals Anna Politkovskaja, die in 2006 werd vermoord. Vasjakina wordt niet vervolgd als schrijver van autofictie, maar haar boeken zijn in Rusland verboden omdat Vasjakina openlijk lesbisch is. Er zijn auteurs wiens boeken omstreden zijn en achterin de zaak wel verkocht mogen worden, maar dan in bruin papier gewikkeld. Deze praktijk, dat op gedogen lijkt, is niet zonder risico. Een klikkende buur of een kletsend kind kan aanleiding zijn voor een huiszoeking. Een omstreden boek in huis hebben zou zomaar als extra bewijsmateriaal kunnen leiden tot strafvervolging. Om boetes te voorkomen leggen sommige boekhandelaren hun controversiële boeken nu tegen ramsjprijzen te koop, in de hoop snel van die boeken af te komen. De glansrol van dissidente schrijver zoals in de Sovjettijd is in het Rusland van nu praktisch uitgespeeld. Die rol heeft de Russische schrijver nu nog hoofdzakelijk in het Westen.
Verwante blogs:
De eenzaamheid van dissidente Russen (juli 2022)
Politieke dromers zijn er in Rusland altijd geweest (mei 2022)
Youtubefilmpje: Recensie van Wond van Oksana Vasjakina (okt 2023)
Reacties